“Dè Flevolandse identiteit? Die bestaat niet.” Het leek wel de bekende uitspraak van koningin Maxima over dè Nederlander. In elk van de zes boeiende bijeenkomsten die we samen met Atelier Flevo-perpectieven belegden, kwam die spontaan boven. En toch troffen we veel gemeenschappelijks aan. We doen een poging tot duiding daarvan.
Of je nu op het water, of op het land werkt: het is hard werken, de juiste voorwaarden scheppen en vervolgens ben je afhankelijk van de grilligheid van de natuur. De visser van Urk en de boer in de Noordoostpolder, Dronten of Zeewolde voelen zich zo nauw met elkaar verbonden. Het zijn in Flevoland nuchtere ondernemers, die hun vak verstaan. Ze opereren immers beiden op het niveau van de wereldtop. Om die positie te behouden zijn wel keuzes nodig: ga je voor grootschaligheid of voor specialisatie? Het meest heldere advies op dit punt kregen we in Dronten: bouw Flevoland verder uit tot dè groentetuin van Noord-West Europa.
Opvallend genoeg kwam zowel uit de meer stedelijke gebieden als vanuit het platteland de roep om de relatie tussen stad en platteland te versterken. De kansen die dat biedt kunnen vooral de steden veel beter benutten. De Almeerse Floriade biedt een mooie kans voor de boeren en vissers in heel Flevoland en in Lelystad verbinden agrarische ondernemers zich al met het doel om de relatie met de stad te versterken.
Ondernemerschap zit in de genen van de Flevolander, ook in die van de stedeling.
Extra interessant wordt dit in samenhang met die andere grote kracht van Flevoland, een speciale combinatie van drie factoren. Het grootschalige landschap dat, met behoud van identiteit bepalende elementen, langzamerhand transformeert en zo ook veranderende functies op neemt. De (spontane of gemaakte) nieuwe natuur die jong is, tijd gegund moet worden om tot wasdom te komen, maar zich nu al onderscheidend ontwikkelt. De landschapskunst die in zichzelf al bijzonder is, en zich “thuis voelt” in die soms haast artificiële weidsheid van het landschap.
En dan is er nog een derde verbindend element: het water. Grootschalig verbindt het Flevoland met de hele wereld, kleinschalig is die groen-blauwe dooradering van de polders een cruciaal kenmerk. Dat is ontstaan, te koesteren en verder te ontwikkelen vanuit onze geschiedenis als “waterbouwers”. Naast die innovatief-technische kracht om trots op te zijn, gaat het om het ervaren van de weidsheid, de fraaie zichtlijnen, of de kansen die het biedt voor natuur- en landschapsontwikkeling.
Juist hier is een eigenzinnige combinatie met recreatie en toerisme van onderscheidende betekenis. Samen met het innovatieve ondernemerschap, duurzame energie en een langzaam maar zeker circulair wordende economie, biedt dit wellicht ook de grootste kansen voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid, zo horen we steeds weer.
De vraag is welke rol landschap, natuur en weidsheid in de stedelijke ontwikkeling speelt. We stuiten op een belangrijk dilemma. Enerzijds willen we levendigheid, volledigheid van (maatschappelijke en commerciële) voorzieningen, bedrijvigheid, de stad als podium. Anderzijds ontleent ook het stedelijk gebied zijn kracht grotendeels aan begrippen als rust, ruimte, groen en schoon. Het is zoeken naar een goed evenwicht daar tussen. Daarbij kan ons de grote oriëntatie op onze omgeving helpen. Het Amsterdamse concertgebouw ligt om de hoek. De verbinding met toegepaste hogere opleidingen in Zwolle kan beter, maar is goed te maken. De oversteek over het randmeer naar de sfeer van de Veluwe is zo gemaakt. En de digitale wereld helpt ons om keuzes te maken wat waar te doen.
Tenslotte: hoe zit het met de samenlevingsopbouw? Urk deed er vele eeuwen over om de hechte gemeenschap te worden die het nu is. De Noordoostpolder zit al weer in een andere fase dan Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Onze cultureel-maatschappelijke veelkleurigheid past bij de pioniers van weleer. We zijn (op Urkers na, maar zelfs daar is het te nuanceren) hier allemaal nieuwkomers. Eigenheid laat zich niet dwingen, die ontstaat. Maar je kunt de ontwikkeling ervan wel een handje helpen. Door met respect voor het verleden te kijken naar de toekomst. Een heldere visie op hoofdlijnen over de ontwikkelingsrichting van Flevoland helpt daarbij. Een die niet beperkt, maar geeft ruimte voor initiatieven. Want een ding is helder: we moeten het samen doen.
De Stadmakerij, 15 juni 2016,
Rianne Pattipeilohij, Sjaak Kruis
Geef een antwoord