Creatieve vernieuwende initiatieven als impuls voor het gesprek over het woonbeleid in Lelystad. Dat was de bedoeling van de bijeenkomst van de Stadmakerij onder de titel “HUISwerk voor de stad” op 13 januari in de FlevoMeer bibliotheek. Twee initiatieven waarin bewoners grotere zeggenschap krijgen over hun woning en woonomgeving stonden centraal.

Tineke Lupi is projectleider bij het landelijk kennis- en experimenteerinstituut Platform31. Zij vertelde dat in navolging van bijvoorbeeld zorgcoöperaties en energiecoöperaties nu ook de eerste wooncoöperaties van start gaan. Eigendom en beheer van woning (en vaak ook woonomgeving) worden zo door de bewoners zelf geregeld. Combinaties waarbij ook de energievoorziening en zorg worden betrokken zijn goed mogelijk. De nieuwe Woningwet biedt sinds kort die mogelijkheid. Zowel de traditionele woningcorporaties als de financiële wereld moeten nog erg wennen aan deze vorm. Steun van de gemeente bij de financiering (via bv garantstelling of leningen bij de BNG, de Bank Nederlandse Gemeenten) helpen daarbij volgens Lupi. André van Schaik van Centrada gaf desgevraagd aan dat zijn organisatie er open voor staat mee te werken aan bewonersinitiatieven op dit punt.

Marcel Tankink van ontwerp- en adviesbureau KAW uit Groningen had eens op een rijtje gezet hoeveel geld er in een buurt gemoeid gaat met huur, servicekosten, energielasten, beheer van de woonomgeving en zorg. “Bewoners beseffen vaak niet dat ze al die activiteiten gewoon zelf betalen” hield hij zijn gehoor voor. “Ik heb ze eens gevraagd wat ze zouden doen als ze over een deel daarvan meer te zeggen zouden hebben”. In de Leeuwardense wijk Bilgaard ontstond daar een nieuw soort wijkbedrijf uit. Een combinatie van professionele bedrijven garandeert de opdrachtgevende woningcorporatie en gemeente dat het beheer- en onderhoudswerk, maar ook investeringen in verduurzamen is mogelijk, kwalitatief goed gebeurt. Zij schakelen bewoners daarbij in, die delen van dat werk (vaak tegen een vrijwilligersvergoeding) doen. Het geld dat daardoor over blijft is beschikbaar voor de buurt. Bewoners bepalen samen waar het aan uitgegeven wordt. Opvallend is dat er juist in een wijk waar bewoners niet actief waren nu volgens Tankink “meer vrijwilligers zijn dan er werk is”.

In het gesprek na de inleidingen stimuleerde moderator Jan Bogaard de aanwezigen vooral te bekijken wat dergelijke initiatieven voor Lelystad kunnen betekenen. Ondernemer Peter Krol leek het de moeite waard om bijvoorbeeld eens te bekijken of zo geen oplossing gevonden kan worden voor woonblokken waar een deel bestaat uit huurwoningen en een deel verkocht is. Wethouder Jop Fackeldey gaf aan zich goed te kunnen voorstellen dat de werkwijze van “stedelijke vernieuwing op uitnodiging”en een initiatief als de kluswinkel (van Centrada) in combinatie met burgerinitiatieven zich in deze richting ontwikkelen. Ook kondigde hij aan dat deze onderwerpen in de definitieve Woonvisie aandacht gaan krijgen.
Het citaat van de avond is een gesprekje tussen Marcel Tankink en al wat oudere bewoners van Bilgaard: “Op mijn vraag of zij vrijwilligerswerk wilden doen was het antwoord een onwrikbaar ‘nee’. Ik vroeg waar zij hun tijd aan besteden. Ze bleken maandelijks een bingo te organiseren, hielden jaarlijks een buurtbarbeque en deden wat klusjes voor elkaar. Ik reageerde verbaasd: dat is toch vrijwilligerswerk? ‘Nee’, was het stellige antwoord, ‘dat is gezelligheid’. Sindsdien heb ik het met hen niet meer over vrijwilligerswerk, maar over gezelligheid en gebeurt er van alles.”
Geef een antwoord