De Staat van Lelystad 2019 was weer een bijzondere gebeurtenis.
Ed Voigt, die aan de wieg van de vorig jaar verschenen biografie van Cornelis Lely stond, opende de avond met een citaat daaruit:
“Waarlijk, ons leven is te kort om wanneer wij iets tot stand willen brengen, het volmaakte te bereiken en geen fouten te begaan. Veel beter is het daarom van tijd tot tijd maar eens door te tasten of door te hakken op het gevaar af, nu en dan eens een fout te begaan.” schreef Lelystads founding father Cornelis Lely op 29 mei 1904 aan zijn zoon Jan.
We vroegen ons af of dat een motto voor Lelystad anno 2019 zou kunnen zijn. Burgemeester Ina Adema stond nog even stil bij het roerige 2018. Vertragingen rond Lelystad Airport, heibel rond de Oostvaardersplassen, het faillissement van het ziekenhuis, maar ook een groeiende economie, meer huizen in aanbouw en de opening van Flevokust en de Markerwadden en dalende criminaliteitscijfers gaven een wisselend beeld. En ook voldoende ingrediënten om met vertrouwen op voort te borduren.
2019 wordt volgens haar het jaar van Lelystad Next Level, een traject waarin gemeente, provincie en rijk een toekomstvisie voor de stad gaan vast stellen, gevolgd door een uitvoeringsprogramma. En natuurlijk wordt er (zij het op dit moment meer achter de schermen) hard gewerkt om de ziekenhuiszorg zo goed en volledig mogelijk terug te krijgen. “Lelystad is zo’n stad van twee stappen vooruit en dan weer één achter uit”, stelde zij vast. Een soort processie van Echternach dus. Maar ook dan kom je uiteindelijk wel verder.
Nikita Liplijn (JonginLelystad, Radio Lelystad) interviewde haar vervolgens live in verbinding met Radio Lelystad over wat Lelystad jongeren anno 2019 te bieden heeft. Jongeren, opgroeien en dromen over de toekomst van de stad waren ook het thema van het intermezzo van stadsdichter Thomas Gerla.
Sportbedrijf bestuurder Maurice Leeser hield de aanwezigen als relatieve nieuwkomer in de stad een spiegel voor, die niet door iedereen herkend werd. Uit tal van onderzoeken blijkt Lelystad slechter te scoren dan gemiddeld, bijvoorbeeld wat betreft eenzaamheid, armoede, werkeloosheid en sociale samenhang. Ook qua aantal leden van sportbonden en bewegen lopen we achter, terwijl er meer overgewicht is. Sport kan wat hem betreft een belangrijke functie vervullen. Niet alleen omdat bewegen gezond is, maar ook omdat het een probaat middel is voor het tegengaan van maatschappelijke uitsluiting en de sociale samenhang in de stad bevordert. In het gesprek n.a.v. zijn bijdrage nuanceerden verschillende aanwezigen de negatieve kanten van zijn verhaal: er is veel meer gaande in de stad dan uit de cijfers zou blijken. Toen het “Calimero-effect” ter sprake kwam stelde een van de bezoekers vast: “Ik woonde tien jaar met plezier in Lelystad. Ik ben een tijd weg geweest en sinds kort weer terug. En mij valt juist op dat dat Calimero-gedrag een stuk minder is geworden.”
De aanwezigen bij deze Staat van Lelystad hadden er in ieder geval helemaal geen last van.
Sibert Meurs
Dat “de spiegel niet door iedereen herkend werd” was inderdaad in de bijeenkomst goed te merken. De cijfers van Leeser riepen nogal wat irritatie op. Zelf kan ik op één terrein mijn twijfel laten voelen: bij de grafiek die moest bewijzen dat de gemeente Lelystad minder financiële ondersteuning biedt aan ” bewegen en sport” dan andere gemeenten. Via de Stichting Leergeld, die financieel minvermogende ouders helpt als hun kind bijvoorbeeld graag op voetbal wil en daar geen geld voor is, gaat er jaarlijks aardig wat ( gemeente)geld naar de sport. Deze bedragen kunnen onmogelijk in Leesers grafiek hebben gezeten.