“Een krachtige samenleving, dat klinkt prima. Maar is die ook veerkrachtige genoeg om met de culturele verschillen om te gaan? Of om kwetsbare mensen echt mee te laten doen?”. Tijdens de Almeerse meet-up over Flevolands toekomst uitte een van de gasten zo zijn zorg. “En als ruimte voor initiatief niet leidt tot een anders handelende, meer faciliterende, overheid, dan blijft het een lege huls”, sloot een ander aan bij een van de andere thema’s die ateliermeester Co Verdaas met zijn atelier Flevo-perspectieven de afgelopen periode heeft geïdentificeerd, op weg naar een nieuw provinciaal omgevingsplan. Het was een klein gezelschap van Almeerders, daar in De Nieuwe Bibliotheek, maar het gesprek was boeiend. En het ging over veel, heel veel.
Het is een tijd van veranderende verhoudingen tussen overheid en samenleving. Daar waren de aanwezigen het snel over eens. Maar hoe duidt je die? “Bottom up, een organische ontwikkeling, klassieke regelzucht die in de weg zit (maar soms ook door burgers geëist wordt), nieuwe vormen van samenwerken en de stad als laboratorium waren termen die de revue passeerden. Het gevoel is overigens dat bij dat vernieuwen en veranderen de nog steeds rond warende pioniersgeest ons eerder in de weg zit dan helpt; er werd gepleit voor meer aandacht van de overheid voor de behoeften van de bestaande Flevolandse samenleving.
Handelen in onzekerheid
Misschien is handelen in onzekerheid wel een van de lastigste opgaven voor huidige en toekomstige bestuurders. Zijn zij in staat om nieuwe vormen te vinden die inzetbaar zijn in een samenleving die alsmaar sneller verandert? Durven zij meer te gaan vertrouwen op de wijsheid van de bevolking?
De Almeerse motiemarkt is een mooi voorbeeld hoe met een relatief eenvoudig middel gewerkt kan worden aan verbinding tussen burgers en overheid. Zaak is wel dat er met de opbrengst dan ook daadwerkelijk iets gebeurt. Dat maakt energie los in de samenleving en, niet onbelangrijk, helot het wederzijds vertrouwen te voeden. “En hoewel het soms lijkt alsof de technologie met ons op de loop gaat is”, is volgens tafelgast Toon Jansen: “vastgesteld dat uiteindelijk sociale innovaties veel meer impact hebben op de samenleving.” Hij meent dat het nog al wat mensen aan perspectief ontbreekt: geen vaste baan, minder welvaart en een andere woningvraag . Door creatieve plekken in de stad te organiseren, de zogenaamde fablabs, stimuleer je ontmoeten, leer je jongeren weer te maken en te ondernemen; zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun toekomst waardoor de sociale veerkracht van de stad wordt versterkt. Dat riep de vraag op of sociaal pionieren niet de logische volgende stap is in de ontwikkeling van de polder
En zo zijn we beland bij de meer inhoudelijke thema’s die het atelier benoemd heeft. Daar is ook kritiek op: “onderwerpen als de circulaire economie en duurzame energie zijn belangrijk, maar klimaatverandering gaat over meer dan dat. Specifiek voor Flevoland is het probleem van de dalende bodem, en niet te vergeten de puur exportgerichte landbouw”, aldus een aanwezige milieukenner. Toplandbouw klinkt goed, maar we moeten volgens hem naar een veel meer regionaal geörienteerde voedselvoorziening: “Zorg er voor dat Flevoland daarin innoveert en zet dat in als exportproduct”, is zijn advies. Dat past goed bij de circulaire economie. En al gaat de provincie er niet over hoe ondernemers hun afwegingen maken, door bijvoorbeeld samen met anderen, bv als overheden, de eigen inkoopfunctie te organiseren zijn ze niet alleen voorbeeld, maar ook een factor van betekenis. Een ander voorbeeld waarin de provincie wel degelijk kan handelen betreft een lobby bij de rijksoverheid om te ageren tegen de praktijk van de jaarlijks af te sluiten pachtovereenkomsten. De huidige handelswijze leidt tot uitputting van gronden, in plaats van een duurzaam gebruik. Daarnaast kan de provincie voorwaarden te verbinden aan het verlenen van financiële en procedurele steun aan activiteiten.
Rust of reuring
Eerder op de avond hebben we dan al een bijzonder “prisoners dilemma” besproken waarmee Almere kampt. Rust en ruimte is een van de grote kwaliteiten van de stad, en tegelijkertijd willen jongeren en nog al wat woningzoekenden uit Amsterdam een bruisende stad. Het is nog niet zo eenvoudig met dat spanningsveld om te gaan. “Landgoed Almere”, zoals het wel eens genoemd wordt suggereert een heldere keuze tussen beiden. Het past bij de weidsheid van de polder, door de een geprezen, door de ander verfoeid. Of is een combinatie van beide werelden in het totale stedelijke gebied mogelijk? Beschouw dit dilemma op een hoger schaalniveau en er ontstaat een ander perspectief: Binnen de agglomeratie Amsterdam bruist het, degenen die daar van willen profiteren maar niet in een hoogstedelijk woonmilieu kunnen of willen wonen, vinden in Almere een mooi alternatief. Beeldvorming is daarbij cruciaal. Er wordt zorg uitgesproken over recente onderzoeken onder het potentiele woningkopers, een deel van hen vindt Almere te rechts worden en onveilig. En welke rol speelt mobiliteit bij die positie binnen de agglomeratie? Er wordt gepleit voor een grotere rol van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) in het openbaar vervoer, zodat overgeschakeld kan worden naar meer agglomeratie-gerichte vormen daarvan en meer samenhang gebracht kan worden.
En nu het toch over werelden gaat: sommigen missen “het grote verhaal”. Het ging er al even over toen de landbouw ter sprake kwam. Maar ook het ingewikkelde vluchtelingenvraagstuk is een voorbeeld van een kwestie die hoe dan ook op de regionale en lokale agenda’s staat. Goed onderwijs helpt op langere termijn om beter om te leren gaan met de culturele verschillen. Het helpt daarbij als de provincie in ieder geval een inspirerend verhaal neer zet over de kansen die dat alles biedt en daarmee partijen aanknopingspunten biedt om met elkaar de schouders er onder te zetten.
En zo blijken aan het eind van de avond dan toch bijna alle thema’s die door het atelier benoemd zijn te zijn besproken.
Geef een antwoord